Raaf
De Raaf is de grootste vogel onder de kraaien en is ongeveer 58 tot 78 cm groot.
De spanwijdte is 100 tot 150 cm, gewicht is 0,69 tot 2 kilo en de levensduur is 10 tot 15 jaar in het wild.
In vlucht kun je de vogel herkennen aan het wat grotere kopprofiel en de bredere uitwaaierende ruitvormige staart in vergelijking met de Roek en de Kraai. Ze vliegen ook hoger en zweven ook geregeld terwijl de kraai doelgericht vliegt. Normaal zijn ze ook zwart van kleur met een groen/blauw/paarse glans, maar incidenteel komen er ook deels of geheel witte exemplaren voor. Hier is dan sprake van recessieve mutatie.
Deze witte raven hebben het een stuk moeilijker in het wild. Ze worden door hun prooidieren sneller opgemerkt, en ze hebben ook een minder goed gezichtsvermogen.
Ze leven in harmonie met de wolf. Als de Raaf een gewond dier vindt probeert hij de aandacht van de wolf te trekken die vervolgens het dier vangt, en als de wolf klaar is met eten gaan de raven de rest opeten. Ook zijn ze heel slim en gebruiken gereedschap, dan nemen ze een stokje en peuteren het voedsel uit holtes en met een steen kraken ze een noot.