De Putter of Distelvink valt ook onder de zangvogels die familie zijn van de vinkachtigen. Hun naam danken ze aan het feit dat sommigen met een klein emmertje zelf hun water moeten putten uit een waterreservoir, aangezien in de westerse wereld de Putter als kooivogel wordt gehouden. De relatie met de mens is ook duidelijk zichtbaar in schilderijen zoals bv het schilderij uit begin 16e eeuw van Rafaël de Madonna del Cardellino. 

De Putter is een zeer sociale vogel die in groepsverband leeft en met de groepsleden verdedigen ze ook hun territorium. Ze foerageren meestal op open plekken zoals bermen en op braakliggende terreinen. Met name in de winter kan je groepen zien van wel 40 vogels. Hun nest bouwen ze meestal in open bos of in een vrijstaande bomengroep.

Hun voedsel bestaat uit kleine zaden zoals die van bv de distel en andere composieten. Dankzij hun lange snavel kunnen ze de moeilijk bereikbare zaden bemachtigen. Het is ook de enige vogel die het zaad van de kaardenbollen kan bereiken, wat zich aan de onderkant van de lange stekelige buizen bevind. Verder eten ze ook bessen, knoppen van bv de paardenbloem en gras. De jongen voeren ze ook met insecten. Maar ze komen in de winter ook op je voedertafel, er is zelfs speciaal voer te koop voor de Putter. En plant in je tuin de kogeldistel en kaardenbol, en elzen zijn een hele belangrijk bron in de winter voor voedsel.