Ooievaar
Lengte is ongeveer 100 tot 120 cm lang. De spanwijdte is ongeveer 155 tot 165 cm en het gewicht ligt tussen de 2,3 en 4,4 kg in. De ooievaar is een grote, witte vogel met zwarte vleugelranden en lange rode poten en lange puntige snavel. Het rood wordt veroorzaakt door carotenoïde in het voedsel. Er is onderzocht in Spanje dat het pigment is gebaseerd op astxanthine dat wordt verkregen uit een geïntroduceerde rode rivierkreeft.
Er zit geen verschil qua uiterlijk tussen het mannetje en vrouwtje, echter is het mannetje wel groter dan het vrouwtje. Door pigment melanine zijn de slagpennen en ook de vleugeldekveren zwart. De borstveren zijn lang en ruig en vormen een kraag die wordt gebruikt bij de hofmakerij.
De irissen zijn dof bruin of grijs. Als de eieren zijn uitgekomen zijn de jonge Ooievaars gedeeltelijk bedekt met korte, verspreide witachtige donsveren, en dit is na een week vervangen door een dichtere vacht van wollig wit dons.
Heel in het begin hebben ze ook rossige poten die naarmate ze ouder worden een grijsachtig zwarte kleur krijgen. De bek is in het begin zwart met een bruine punt en tegen de tijd dat het jong veren krijgt is het gelijk aan dat van de volwassenen, hoewel de zwarte veren nog vaak wat bruine tinten hebben.
De bek en poten hebben een doffere bruinrode of oranje kleur. De snavel is meestal oranje of rood met een donkere punt, deze wordt echt rood zoals van de ouders in de daaropvolgende zomer. Heel soms blijft de zwarte punt nog wat zichtbaar bij sommigen.En pas met het tweede jaar krijgen ze hun volwassenen verenkleed.
Het is een carnivoor en eet dus ook een heel breed scala aan dierlijke prooien. Ook insecten, vissen, amfibieën, reptielen, kleine zoogdieren en kleine vogels. Maar vooral regenwormen en grote insecten staan op het menu, net als jonge vogels, pullen van eenden, mollen, hagedissen en knaagdieren worden verschalkt dit tot aan het formaat van jonge hazen en konijnen. Wat men vaak denkt is dat de kikker op hoofdmenu staat echter wordt deze maar heel spaarzaam gegeten