Het winterkoninkje, een zo leuk vogeltje die nog wel eens verward wordt met de Boomkruiper door het uiterlijk. Het is een klein gedrongen zandbruin vogeltje met een opgewipt staartje. Zijn zang is helder met vibrerende scherpe trillers.
Hun voedsel bestaat uit voornamelijk insecten, en spinnen maar ook rupsen, larven en zaadjes eten ze graag. 
Ze komen door heel het land voor als broedvogel, mits er maar voldoende dekking is om een nest te kunnen maken. Ja zelfs in de binnenstad kunnen ze leven. Het mannetje maakt het nest op ongeveer een meter boven de grond, en maakt er ook meestal meerdere per territorium.

In ons land zijn het standvogels.